Het had weinig gescheeld of Fred Ursem en Boy Spruit waren de verrassende winnaars van het Spanbroeker Sjoelkampioenschap. Met nog één steen te gooien hadden ze een voorsprong van 3 punten. Ab Koenis had die ene steen in zijn hand. Achteraf vertelde hij dat hij dacht dat hij op dat moment op voorsprong stond. Met een keiharde worp schoof hij zijn laatste steen de bak in en duwde daarmee een extra steen door het poortje van de vier. Net genoeg om als winnaar te worden gekroond: 177 tegen 176 punten. Daarmee prolongeert Ton Leek zijn titel die hij vorig jaar veroverde met zijn zoon Thijs. Thijs moest afzeggen omdat zijn wintersportvakantie een dag langer duurde dan gepland.

De Sjoelkampioenschappen waren ook dit jaar vanaf de poulefase weer ongekend spannend, met name in poule B, na de loting meteen gekenmerkt als poule des doods. Maar liefst vijf oud-finalisten vonden een plek in deze poule. Er werd derhalve gestreden op het scherpst van de snede.

Reputaties bleken niet veel waard. Halverwege de poulefase stond bijvoorbeeld team Van Teunenbroek/Kraakman onderaan de ladder. De druk door de vele publiciteit leek de dames teveel te zijn geworden. Gelukkig herpakten ze zich op tijd, waarbij Monique de topscore 124 van de avond evenaarde. Gestaag speelden de dames zich daarna door het toernooi, versloegen en passant de nummers 2 uit poule A (Buis/Hoek) en oud-winnaar Niels van Diepen om pas te stranden in de halve finale.
Niels van Diepen, 6-voudig winnaar van het OSSK, speelde deze avond met zus Carolien. Zijn rentree achter de sjoelbak was geen onverdeeld succes. Zijn gevoelige touch, zijn scherpe blik, zijn grandioze spelopvatting lieten hem menig maal in de steek deze avond en het waren de reflexen van zijn zus die het duo een aantal keren redde.

In de poule des doods waren het Perry Schuit en Boyd Beemster die oppermachtig de eerste plek veroverden. Met werkelijk magistraal spel, speelden zij alle tegenstanders uit de bak. Met een recordscore van 1531 punten eindigden zij zo overtuigend op de eerste plaats in de poule dat ze als grote favoriet de knock-outfase ingingen. Op simpele wijze zetten ze achtereenvolgens Groot/Wittenberg en Snoek/Snoek aan de kant. In een titanenstrijd in de halve finale moesten zij echter toch hun meerdere erkennen in de latere winnaars. Al scheelde het slechts één punt: 192 – 193.

Aan de andere kant van het speelschema, poule A, was het Douwe van der Vaart die op tijd zijn winterdip had overwonnen. Met zijn teammaat John Kok eindigde hij in de poule bovenaan. Kok, telg uit een roemrijke doch beruchte sjoelfamilie (herinner de gebroken sjoelsteen van vorig jaar) deed de naam van de familie eer aan door met een krachtige worp een splinter uit de sjoelbak te spelen. Chef Sjoelbak Frank Dekker heeft een jaar om de bak weer op te lappen.
Van der Vaart/Kok sneuvelden al in de kwartfinales tegen Ursem/Spruit die ze in de poule nog genadeloos hadden ingemaakt. Ursem/Spruit werden overigens in de poule ‘slechts’ vierde en toonden zich met een finaleplaats dus echte toernooitijgers.

Verrassing in poule A was het spel van Rene Op ’t Veld en Ben Opdenkelder. Met verfrissend spel wisten zij als derde te eindigen in de poule. Daarmee was het beste er wel af. In de 8e finale vonden zij hun Waterloo. Naar verluid wordt er binnenkort een competitie opgezet in De Weere, zodat de heren volgend jaar beter voorbereid voor de dag kunnen komen.

In de schaduw van de favorieten waren dit jaar mooie lichtpuntjes te zien. De trainingsarbeid van Don en Melanie Konijn wierp haar vruchten af: voor het eerst eindigde het team niet als laatste in de poule, maar kon deze met een fraaie 5e plaats worden afgesloten.
Debutanten Wester/Vlaar lieten zien talenten te zijn en uit te kunnen groeien tot toppers. De 4e plaats in de poule des doods was zeer verdienstelijk, waarbij zij ook nog eens de latere winnaars wisten te verslaan.

Speciale vermelding verdient ook Myron Beemster die de hoogste perssoonlijke dagscore 124 evenaarde, maar met maat Paul v.d. Gulik sneuvelde in de 8e finales.

Al met al dus weer een meer dan geslaagd evenement. Reputaties sneuvelden, andere zijn gevestigd. Veel talenten hebben geproefd aan spelen onder druk op hoog niveau en voor publiek (de Ligthartjes, duo Mulder) en weten wat hen te doen staat: meters maken. Duo Groot/Wittenberg liet zien dat plezier in het spel belangrijker is dan winnen, alhoewel die ene winstpartij ook plezier opleverde.

Er werd over de hele linie fanatiek gestreden, maar de sportiviteit bleef hoog. Wedstrijdleider Ton Koelemeijer had het derhalve rustig. Hij moest bij een van de partijen een beslissing forceren met een sjoel-out en had een meetlat nodig om te bewijzen dat poortje 3 van bak F echt dezelfde breedte heeft als de andere poortjes. Maar voor de rest kon het wedstrijdreglement in de kast blijven.

Editie 2024 zit er op. De Beker met de Lelijke Oren staat een jaar in een boekenkast op de Toevlucht. Er zijn mindere plekken om te vertoeven.